Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want er is [28]geen onderscheid, noch van Jood noch van Griek; want [29]eenzelfde is Heere van allen, [30]rijk zijnde over allen, [31]die Hem aanroepen. 28. Namelijk nu in de tijden des Nieuwen Testaments; Ef.2:13. 29. Namelijk God in Christus, of dezelfde Heere van allen is rijk over allen, enz. 30. Dat is, overvloedig genadig, of goedertieren. 31. Namelijk door het ware geloof, gelijk volgt. En hieruit blijkt dat het woord belijden, vs.9,10, ook de ware aanroeping begrijpt, die een voornaam deel is van onze belijdenis voor God en de mensen; Dan.6:11.